Ik vraag de achtbare reageerders kennis te nemen van het "pleidooi" van mijn "vriend":
Op zondag 4 oktober 2015, vanaf 15:45 uur tot vlak vóór zonsondergang, stonden wij zonder bewonerskaart geparkeerd in de Krevelstraat op een bepaalde plaats ("de plaats waar wij geparkeerd stonden") waarvoor werd vastgesteld - zonder nadere aanduiding van de plaats - dat zij gelegen was in een zone "voorbehouden bewoners".
Er werd ons om 16:19 uur een parkeerbiljet afgeleverd. Er wordt van ons dus de betaling van een retributie gevraagd (60,00 euro).
1. Beknopt uiteengezet
Krachtens het legaliteitsbeginsel in fiscale zaken kan men op iedere plaats in de Krevelstraat parkeren zonder aan de Stad Gent een retributie verschuldigd te zijn, tenzij het tegendeel blijkt uit een BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD van de Stad Gent. In de Krevelstraat zijn er, krachtens besluiten van de gemeenteraad van de Stad Gent zes (6) parkeerplaatsen voorbehouden aan bewoners en wordt er een retributie van 60,00 euro geheven op het parkeren op deze plaatsen zonder bewonerskaart. De gemeenteraad heeft evenwel niet bepaald waar deze zes (6) plaatsen zich bevinden. Hij heeft dus niet bepaald in welke zone dat parkeren voorbehouden aan bewoners geldt. Uit geen enkel besluit van de gemeenteraad van de Stad Gent blijkt dat er een retributie verschuldigd is wegens het parkeren zonder bewonerskaart op de plaats waar wij geparkeerd stonden. Men moet dus het beginsel "in dubio contra fiscum" toepassen, en besluiten dat de retributie waarvan de betaling van ons wordt geëist geen wettelijke grondslag heeft. Deze retributie is dus niet verschuldigd
http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/0 ... 001_AC.pdf
OPGEMERKT MOET WORDEN DAT IN DE KREVELSTRAAT OP HET TERREIN MĖĖR DAN ZES PARKEERPLAATSEN ZIJN VOORBEHOUDEN AAN BEWONERS. ZELFS INDIEN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN DE BEVOEGDHEID ZOUDEN HEBBEN OM HET GEMEENTERAADSBESLUIT OP HET TERREIN UIT TE VOEREN - WAT NIET HET GEVAL IS (ZIE VERDER) - , DAN NOG ZOU HET COLLEGE DE PERKEN VAN DE DELEGATIE OVERSCHREDEN HEBBEN.
2. Verdere ontwikkeling
Een retributie is een belasting (artikel 173 van de Grondwet). Een belasting ten behoeve van een gemeente kan enkel en alleen worden ingesteld door een beslissing van de gemeenteraad (artikel 170, § 4, van de Grondwet). Krachtens dit legaliteitsbeginsel in fiscale zaken moet het feit waarop de belasting wordt geheven bepaald zijn door de gemeenteraad. Dat feit mag niet bij delegatie bepaald worden door het college van burgemeester en schepen en nog veel minder door de technische diensten van de stad.
http://www.bibf.be/Uploads/Documents/doc_3225.pdf
De parkeerruimte inzake bewonersparkeren in de Krevelstraat is op ondeugdelijke wijze aangeduid in artikel 3, § 1, 1, a), van het "Aanvullend reglement van de politie op het parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren op plaatsen voorbehouden aan houders van een gemeentelijke parkeerkaart", goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 juni 2014, gewijzigd in de gemeenteraad van 17 december 2014, 27 april 2015, 27 mei 2015 en 24 juni 2015 en bekendgemaakt op 24 juni 2014, 19 december 2014, 28 april 2015, 28 mei 2015 en 26 juni 2015, dat luidt als volgt:
"In volgende straten zijn het vermelde aantal parkeerplaatsen voorbehouden aan de houders van een gemeentelijke parkeerkaart, geregeld volgens art. 27ter van het Algemeen reglement van 1 december 1975 op de Politie van het Wegverkeer, en conform de bepalingen van het retributiereglement inzake het straatparkeren.
...
a) Gedurende het hele jaar voorbehouden parkeerplaatsen
... Krevelstraat (6) ...".
http://www.parkeerretributiegent.be/nl/ ... 150901.pdf
Het feit dat aanleiding geeft tot de inning van de belasting is het geparkeerd staan zonder bewonerskaart op een bepaalde plaats in de Krevelstraat waar het "parkeren voorbehouden aan bewoners" van toepassing is volgens de verkeersborden. Het daar op een bepaalde plaats geparkeerd staan zonder bewonerskaart is dus de "belastbare materie" (zie Grondwettelijk Hof, arrest nr. 58/2006 van 26 april 2006, overweging B.4.3: "Het begrip « belastbare materie » verwijst naar het feit of de situatie waarover de belasting wordt geheven").
De "belastbare materie" is een essentieel element van de belasting (Grondwettelijk Hof, arrest nr. 85/2013 van 13 juni 2013, overweging B.5, laatste alinea).
Het bepalen van essentiële elementen van een belasting kan door het bevoegde verkozen orgaan NIET gedelegeerd worden aan het uitvoerend orgaan (Grondwettelijk Hof, arrest nr. 10/2014 van 23 januari 2014, overweging B.5: "dat elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de essentiële elementen van de belasting, in beginsel ongrondwettig is").
Het feit waarover de belasting wordt geheven, het feit dat wij geparkeerd stonden op een bepaalde plaats in de Krevelstraat die aanleiding kan geven tot de betaling van de gevraagde retributie, moet dus door de gemeenteraad zelf bepaald zijn, en er kan dus geen delegatie verleend worden aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 43, § 2, 15°, van het Gemeentedecreet verbiedt de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid te delegeren om gemeentebelastingen te heffen.
Men kan naar analogie verwijzen naar de geldingskracht van een gemeentelijk politiereglement dat per hypothese zou bepalen: "In de deelgemeente Zwijnaarde is het in zes (6) straten verboden te zingen." Wegens onduidelijkheid zou dit reglement niet kunnen toegepast worden. Dat zou zo blijven zelfs indien het college van burgemeester en schepenen in zes straten borden zou opgehangen hebben met de woorden "verboden te zingen". Hetzelfde moet gebeuren met de hier bedoelde retributiereglementen (het retributiereglement inzake het straatparkeren en het hoger bedoelde Aanvullend reglement). De Stad Gent heeft dus een onnauwkeurig, onvolledig en dus niet-werkbaar retributiereglement inzake het parkeren in zones "Voorbehouden aan bewoners". Er is dus voor Gent werk aan de winkel.
De retributie die van ons wordt geëist mist dus wettelijke grondslag.