Er is maar 1 jaar de tijd om de erkenning te regelen. Als er al redenen zouden zijn om het kind af te schermen van de vader, dat zou zeker zo zijn als hij de erkenning tegenwerkt. Dan is er nog altijd een rechtbank die daar rekening mee zal houden in het belang van het kind. Niet in het belang van vader,moeder of oma.
De rechten van het kind worden geschonden als de moeder geen stappen onderneemt om haar kind te laten erkennen.
Wat moet er met dat kind als moeder binnen 1 jaar werkloos zou worden? Blijvend ziek? Moet de nieuwe partner van mevrouw dan alle kosten betalen?
Dat kind heeft geen enkele kans. Geen enkele kans. Is het niet om zulke toestanden te vermeiden dat men ooit een het verdrag van de rechten van het kind ondertekend heeft?
Ik weet ook niet wat de nationaliteit van de moeder is. Maar als ze geen belg is zal het niet zeker zijn dat het kind de BE nationaliteit heeft.
Maar goed ik geef het op ts doet wat ze wil.
Ze kan ook kiezen voor.
BETEKENT HET DAN DAT ALS JE NIET ERKEND HEBT, JE OOK NIET HOEFT TE BETALEN VOOR HET ONDERHOUD VAN HET KIND?
Nee, want er bestaat een ‘vordering tot uitkering van levensonderhoud’, opvoeding en passende opleiding’. Voor deze onderhoudsvordering tegen de verwekker komen alleen die kinderen in aanmerking van wie de vaderlijke afstamming niet (meer) vaststaat. In beginsel kan enkel de persoon om wiens levensonderhoud het gaat de vordering instellen, dus het kind zelf. Maar omdat het kind meestal nog minderjarig is, en dus onbekwaam wordt geacht om zelf naar de rechtbank te stappen, zal het worden vertegenwoordigd door zijn wettelijke vertegenwoordiger, meestal zijn moeder.
De onderhoudsbijdrage moet binnen een termijn van drie jaar worden gevraagd bij de voorzitter van de Rechtbank van Eerste aanleg. In de regel is dit vanaf de geboorte, tenzij de man eerder al uit eigen beweging een bijdrage betaalde. Dan gaat de termijn in vanaf het ogenblik van het staken van de hulp.
Het Grondwettelijk Hof vindt die vervaltermijn van drie jaar een schendig van het gelijkheidsbeginsel. Rechtbanken kunnen hier sowieso rekening mee houden en ook ‘laattijdige’ vorderingen behandelen, of zij kunnen bij twijfel opnieuw een vraag stellen aan het Grondwettelijk Hof of die termijn van 3 jaar wel conform de Grondwet is.
De ‘biologische’ vader kan op die manier wel een onderhoudsplicht oplopen, maar heeft daartegenover geen recht op een omgangsregeling en evenmin een recht op ouderlijk gezag over je kind. Dat kan enkel als hij dan toch nog het kind erkent, wat bij verkrachting niet mogelijk is.
http://www.jeugdrecht.be/?action=artike ... artikel=30