#2 , 28 jul 2013 10:06
7 OKTOBER 1886. - Veldwetboek. <nota : de nederlandse tekst van deze wet werd vastgesteld door de wet van 8 april 1969>
Art. 35. Hoogstammige bomen mogen slechts op een door vast en erkend gebruik bepaalde afstand geplant worden; bij ontstentenis van zodanig gebruik mogen hoogstammige bomen slechts op twee meter, andere bomen en levende hagen slechts op een halve meter van de scheidingslijn tussen twee erven worden geplant.
Fruitbomen van welke soort ook mogen als leibomen, aan elke kant van de muur tussen twee erven, geplant worden zonder dat een afstand in acht wordt genomen.
Is die muur niet gemeen, dan heeft alleen de eigenaar het recht hem als steun voor zijn leibomen te gebruiken.
Art. 36. De nabuur kan de rooiing eisen van bomen, hagen, heesters en struiken die op een kortere afstand geplant zijn dan de wet bepaalt.
Art. 37. Degene over wiens eigendom takken van bomen van een nabuur hangen, kan de nabuur noodzaken die takken af te snijden.
Vruchten die vanzelf op het eigendom van de nabuur vallen, behoren de nabuur toe.
Degene op wiens erf wortels doorschieten, mag ze aldaar zelf weghakken.
Het recht om de wortels weg te hakken of de takken te doen afsnijden verjaart niet.
Voor wat betreft overhangende takken mag u de buur op basis hiervan dwingen, bij gebreke waaraan u aan de vrederechter machtiging kan vragen om de werken te laten uitvoeren, op kosten van uw buurman.
Laatst gewijzigd door
Ignace op 28 jul 2013 10:09, 2 keer totaal gewijzigd.