Ik heb daar toch enigszins een andere visie op. De doelstelling van regels met betrekking tot dwingend recht is tot bescherming van de mede-eigenaars. Wanneer die bescherming wordt uitgebreid door bijvoorbeeld de mogelijkheid te bieden dat een kleinere meerderheid dan 20% van de aandelen een BAV kan bijeenroepen.
Die redenering volgt ook uit de redenering van het Hof van Cassatie in 2009:
Er is een uitspraak van het Hof van Cassatie van 6 februari 2009 die stelt dat "Uit de wetsbepalingen inzake appartementseigendom volgt niet dat de Algemene Vergadering van mede-eigenaars alleen door de syndicus kan worden samengeroepen."
Uittreksel uit het arrest:
"Eerste onderdeel
[...]
2. Voor het overige gaat het onderdeel ervan uit dat alleen de syndicus van een gebouw in gedwongen mede-eigendom de Algemene Vergadering van mede-eigenaars kan samenroepen.
Artikel 577-8, § 4, 1° van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat ongeacht de bevoegdheid die hem door het reglement van mede-eigendom wordt toegekend, de syndicus tot opdracht heeft de Algemene Vergadering bijeen te roepen op de door het reglement van mede-eigendom vastgestelde dagen of telkens als er dringend in het belang van de medeeigendom een beslissing moet worden genomen.
Artikel 577-9, § 3 van dit wetboek bepaalt dat iedere medeeigenaar eveneens aan de rechter kan vragen de bijeenroeping van een Algemene Vergadering te gelasten, wanneer de syndicus verzuimt of onrechtmatig weigert zulks te doen.
Artikel 577-14 van dit wetboek bepaalt dat de regels van afdeling 2 van hoofdstuk III van titel II van boek II die de gedwongen mede-eigendom van gebouwen of groepen van gebouwen regelen, van dwingend recht zijn.
3.
Uit deze wetsbepalingen volgt niet dat de Algemene Vergadering van mede-eigenaars alleen door de syndicus kan worden samengeroepen. In zoverre het onderdeel uitgaat van het tegendeel, faalt het naar recht."
"Tweede onderdeel
4. Artikel 577-6, § 2 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de Algemene Vergadering kan bijeengeroepen worden op verzoek van een of meer mede-eigenaars die ten minste één vijfde van de aandelen in de gemeenschappelijke delen bezitten.
5. Dit artikel beoogt de bescherming van de rechten van de mede-eigenaars, meer bepaald van deze die een minderheidsbelang hebben in de gemeenschappelijke delen.
Deze bepaling staat er niet aan in de weg dat de basisakte deze bescherming uitbreidt, zodat de Algemene Vergadering kan worden samengeroepen op verzoek van een mede-eigenaar die niet ten minste één vijfde van de aandelen in de gemeenschappelijke delen bezit.
Het onderdeel dat uitgaat van het tegendeel, faalt naar recht."
Het feit dat art. 577-14, tweede lid BW toevoegt dat "De niet met de vigerende wetgeving strokende statutaire bepalingen worden vanaf hun datum van inwerkingtreding van rechtswege vervangen door de overeenstemmende wetsbepalingen." verandert daar niets aan. Het is nog steeds een uitbreiding en gaat niet in tegen de wil van de wetgever. De doelstelling van het tweede lid is om duidelijk te maken wat de gevolgen zijn wanneer de bepalingen van dwingend recht niet zijn gevolgd (zie o.a. Verslag:
http://www.dekamer.be/FLWB/pdf/52/1334/52K1334011.pdf" onclick="window.open(this.href);return false; (p 35), Amendement:
http://www.senate.be/www/webdriver?MIta ... j=67111830" onclick="window.open(this.href);return false; (p 25) en advies RvS:
http://www.senate.be/www/webdriver?MIta ... j=67111493" onclick="window.open(this.href);return false; (p 10).
Het verandert dus niets aan de interpretatie van het arrest van het Hof van Cassatie.
De zinsnede 'tenzij strengere bepalingen in de statuten' had betrekking op de meerderheden die vereist zijn om tot beslissingen te komen. Dat heeft niets met deze zaak te maken.