1. Conclusie neerleggen en aan de tegenpartij overmaken waarin u uw vordering na deskundig onderzoek stelt.
2. Brief aan de rechtbank waarbij u vraagt de conclusietermijnen te regelen en de zaak vast te stellen met toepassing van art. 747, § 2, vijfde lid Ger. W.
Wanneer de zaak naar de rol is verwezen, of werd verdaagd naar een latere datum, kan iedere partij, door middel van een gewoon schriftelijk verzoek neergelegd ter of gezonden aan de griffie, om de instaatstelling van de zaak verzoeken, overeenkomstig het eerste tot het vierde lid. Dit verzoek wordt door de griffier bij gerechtsbrief aan de andere partijen ter kennis gebracht en, in voorkomend geval, bij gewone brief aan hun advocaten. Deze kennisgeving doet de termijnen bepaald in het eerste en het derde lid ingaan.