mag het nu of niet de deurwaarder sturen naar naakte eigenaars.
Als een aanslag gevestigd werd op naam van de naakte eigenaars, zij niet tijdig bezwaar hebben ingediend, of bij een afwijzing van het bezwaar geen vordering hebben ingesteld voor de rechtbank en de aanslag definitief is, mag het.
Dank U LeenW wat betreft uw attentie voor mijn mooie schrijfstijl.
Goed geformuleerd scorpioen <> Geen speld tussen te krijgen
Lijkt wel op een gerechtelijk vonnis
En moet :
1 - aanslag gevestigd op naakte eigenaars / Dit is niet het geval
2 - zij niet tijdig bezwaar hebben ingediend / niet van toepassing (zonder punt 1)
3 - geen vordering voor de rechtbank / idem hierboven
4 - aanslag moet definitief zijn.
Omdat scorpioen het juridisch zo fijn formuleerde , bij deze nog een bijkomende :
Moet aan jou alle 4 punten ook voldaan zijn wat betreft de vruchtgebruiker !
Mag de gemeente per direct de deurwaarder een dwangbevel laten betekenen aan de
vruchtgebruiker nog voordat uw 4 punten werden afgerond.
Aan allen die mij hebben willen helpen is mijn dank heel groot.
Ondertussen is mijn verzoekschrift al klaar (in het klad)
Omdat ik moet opboksen en tegen de gemeente & hare advocaat , wetende dat de Rechter
collega advocaat misschien nog kent van op de schoolbanken schat ik mijn winstkansen
op een 50%. Is dat te hoog gegrepen , wat denken jullie ?
Hierna nog een rechtspraak ter zake
http://www.const-court.be/public/n/2016/2016-033n.pdf
Rolnummer 6144
Arrest nr. 33/2016
van 3 maart 2016
A.4.3. Subsidiair wordt door de Vlaamse Regering opgemerkt dat, indien het Hof van oordeel zou zijn dat
de te vergelijken categorieën van personen vergelijkbaar zijn, het verschil in behandeling in de praktijk niet
bestaat of minstens objectief en redelijk verantwoord is.
Immers, de naakte eigenaar van een bedrijfsruimte, van wie het bedrijfsgebouw leegstaat om redenen
onafhankelijk van zijn wil, beschikt over juridische mogelijkheden om zijn heffing te recupereren of om een
vrijstelling te verkrijgen. Zo kan de naakte eigenaar een verhaalsrecht uitoefenen op de vruchtgebruiker, die
immers gehouden is tot het dragen van belastingen gedurende zijn genot (artikel 608 van het Burgerlijk
Wetboek). Ook tegenover houders van andere zakelijke rechten, zoals de erfpachter en de opstalhouder, kan de
naakte eigenaar een verhaalsrecht uitoefenen. Naast dat verhaalsrecht kan de naakte eigenaar zich ook beroepen
op overmacht. Als hij al het mogelijke heeft gedaan om aan de leegstand een einde te maken, dan bevindt hij
zich in een situatie van overmacht en is de heffing niet verschuldigd. Dienvolgens bestaat er geen substantieel
verschil tussen de naakte eigenaars in beide decreten aangezien zij zich kunnen beroepen op overmacht of de
heffing zouden kunnen recupereren bij de vruchtgebruiker.
A.5.1. De verwerende partijen voor de verwijzende rechter merken op dat artikel 15, § 2, van het
leegstandsdecreet bedrijfsruimten het gelijkheidsbeginsel schendt omdat de naakte eigenaar wordt aangewezen
als belastingplichtige, terwijl in artikel 27, § 1, van het Decreet Gebouwen/Woningen de vruchtgebruiker als
belastingplichtige wordt aangemerkt. Er bestaat, volgens hen, geen redelijke verantwoording voor het aanwijzen
van een andere belastingplichtige voor bedrijfsruimten groter en gelijk aan 500 m² en bedrijfsruimten die die
500 m² niet overschrijden; beide situaties zijn vergelijkbaar maar worden toch verschillend behandeld. De naakte
eigenaar kan de leegstand niet verhelpen en kan dus niet tegemoetkomen aan de doelstellingen van het decreet,
namelijk de strijd tegen de leegstand en verwaarlozing. De vruchtgebruiker kan dat wel. A fortiori bestaat er
geen evenredigheid tussen het doel van het decreet, te weten de strijd tegen verloedering, leegstand en
verwaarlozing, en het gebruikte middel, te weten de aan de naakte eigenaar opgelegde heffing.