De in juni 2013 overleden 90-jarige vriend van mijn moeder zaliger heeft einde 2012 zijn testament, geschreven in december 2005, laten vernietigen waarin de kinderen van mijn moeder (oa ik dus) zijn vermogen erven.
Hij heeft zijn laatste wilsbeschikking bij zijn notaris laten vernietigen, in het bijzijn van zijn nieuwe vriendin en 2 getuigen.
Het probleem is dat deze man de laatste jaren begon te sukkelen met zijn geheugen en zijn verstand.
Alles moest hem telkens opnieuw worden uitgelegd en hij vertrouwde niemand meer.
De persoon die zijn administratie voor hem deed heeft het om die reden opgegeven 1 jaar voor de man stierf.
De nieuwe vriendin verliet hem, 2 weken voor de man stierf, omdat hij haar te veel bedreigde.
Zij was iets meer dan 1 jaar samen met hem en zei altijd "ik blijf daar niet bij, dat is een heleganse zot".
Zijn huisarts had haar verwittigd dat het gevaarlijk was indien zij met hem alleen bleef.
De man is op een zeer eigenaardige manier aan zijn einde gekomen: van de trap gevallen.
De man verdacht iedereen er van zijn geld te ontvreemden en hem op te lichten.
Hij betichtte mij dat ik geld van zijn garage had ontvangen: omdat de herstelling van zijn wagen duurder was dan oorspronkelijk afgesproken, zou ik het verschil hebben ontvangen.
Deze man was spijtig genoeg dement aan het worden en daardoor op sommige momenten ontoerekeningsvatbaar, wat verergerde in het laatste levensjaar.
In die periode (november 2012) heeft hij zijn testament laten vernietigen.
Vraag is:
Kan de vernietiging van een testament tijdens een periode van zinsverbijstering, post mortem als ongeldig verklaard worden?