Beste forumleden,
Ik ging gisteren winkelen in een elektronicawinkel. Nadat ik alles keurig had afgerekend liep ik door naar de uitgang, met mijn gekochte producten (cd's) en kasticket in de hand. Toen ik door de poortjes liep sprak een bewakingsagent mij aan dat het alarm was afgegaan, ik toonde hem de cd's en kasticket in mijn hand en zei dat ik alles betaald had. Hierin was hij niet geïnteresseerd, hij wilde mijn jas doorzoeken, er stond op dat moment zelfs een andere bewakingsagent iemand anders zijn jas af te tasten en door de poortjes te zwaaien. Ik zei nog eens dat ik alles betaald had en hier niet aan wou meedoen. Hij zei dat hij uitgangscontrole mocht doen, ik liep door want wou hier niets mee te maken hebben.
Tussen de poortjes en de deur naar buiten is er nog een roltrap. Hierop werd ik gevolgd door de twee bewakingsagenten waarbij ik nog eens aangaf alles betaald te hebben en dat ik de winkel dus mocht verlaten.
Bij de deur probeerden beide heren mij te beletten de winkel te verlaten door voor de uitgang te gaan staan. De ene herhaalde nogmaals dat ze uitgangscontrole mochten doen. De poortjes konden zogezegd even goed van een kaart in mijn portefeuille zijn afgegaan. Ze zeiden mij niet te willen beschuldigen van diefstal, maar dat ze mij toch wouden controleren. Ik gaf aan dat ik niets gestolen had en dus vrij was de winkel te verlaten, en dat ze niet bevoegd waren mijn spullen te doorzoeken of mij in de winkel te houden.
Ik ben bekend met de wetgeving hieromtrent en weet dat in deze situatie een bewakingsagent (net als elke andere burger) mij alleen zou mogen tegenhouden indien ik op heterdaad was betrapt op diefstal. Na dit nu achteraf opgezocht te hebben is waar ze zich op dat moment schuldig aan maakten "wederrechtelijke vrijheidsbeneming door een privépersoon", met name art. 434 Sw.
Ik probeerde tussen hen heen te lopen en stak mijn vlakke hand tussen hen om ze uit elkaar te duwen terwijl ik door de deur probeerde te stappen. Hierbij grepen ze mij vast en was er een minuut wat duw- en trekwerk waarbij ik mij probeerde los te rukken. Ik ben op een bepaald moment op de grond geduwd waarbij het scherm van mijn gsm barstte. Ik heb een van de bewakingsagenten tegen een muur afgeduwd waarbij er ietwat ironisch een reclamescherm barste. Ook is mijn jas gescheurd geraakt en heb ik mijn been bezeerd. Er zijn geen slagen in de enge zin van het woord uitgedeeld door mij noch de bewakingsagenten.
Hierna zijn beide partijen gekalmeerd en hebben we aan de deur op de politie gewacht. Ik mocht ondertussen een kwartier aanhoren dat dit de eerste keer was dat iemand een controle weigerde, dat “als ik niets te verbergen had” ik gewoon moest hebben meegewerkt, enzovoort.
Bij aankomt van de politie luisterden de inspecteurs kort naar beide partijen, maar hierna begonnen ze mij af te kraken toen ik zei dat ik wettelijk gezien helemaal niet belet mocht zijn geweest de winkel te verlaten. Er werd mij o.a. verteld dat als het alarm van de poortjes afging ik maar mij jas moest af hebben gegeven of mij hebben laten betasten. En dat de bewakingsagenten niets fouts deden: “Hoe anders kan een handelaar zijn goederen beschermen tegen diefstal, meneer?” De relevante wetgeving was deze politiemensen duidelijk niet bekend (of ze veinsden dit) terwijl zij nochtans bij de interventiedienst in een grootstad werken. Er werd mij gezegd dat alles wat er gebeurd was mijn fout was, en dat de winkel verlaten nu niet een minuutje maar een uur ging duren.
Ik ben afgetast en natuurlijk is er niets gestolen gevonden, de inspecteur belde de parketmagistraat waarna er een pv werd opgesteld in de winkel voor slagen en verwondingen met mij als verdachte. Er werd geen pv opgesteld voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, terwijl hiervan duidelijk sprake van was. Ik mocht vertrekken.
---
Ik heb nu pijn aan mijn rechterbeen, en ook wat pijn aan mijn rug en armen. Maar vooral psychologisch heb ik het er moeilijk mee, ik kan mij amper concentreren op iets anders en heb de hele dag hartkloppingen.
Ik ben van plan om morgen naar de huisarts te gaan om de verwondingen vast te stellen. Hierna lijkt het mij een goed idee om aangifte te gaan doen van wederrechtelijke vrijheidsberoving en slagen en verwondingen tegen de twee bewakingsagenten. Is het verstandig om hiervoor een advocaat in te schakelen? De schade aan mijn spullen (en verwonding aan mijn been) heb ik al vermeld tijdens het verhoor in de winkel, maar als ik het goed snap moet ik hier een gedetailleerd bestek van opstellen.
Naast een aangifte bij de politie, heeft zin een klacht neer te leggen bij de Algemene Directie Veiligheid & Preventie van FOD Binnenlandse Zaken? Deze staan in voor de erkenning en van bewakingsagenten. De bewakingsagenten begingen niet enkel misdrijven, maar breken ook meerdere deontologische regels, zo is het vragen dat mensen hun jas uittrekken bij uitgangscontrole in een winkel niet de bedoeling, mensen hun spullen betasten ook niet. Een probleem is dat ik de gegevens van de bewakingsagenten niet ken, ik was veel te gestrest om op hun identificatiekaarten te letten. Is dit een probleem?
______________________________________________________________
Relevante wetgeving en dergelijke:
Art. 124 van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
Teneinde vast te stellen of goederen uit een winkel zijn ontvreemd, kan de bewakingsagent de goederen controleren die de klant bij zich draagt bij het verlaten van een winkelruimte.
De controle is onderworpen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° bij de toegang tot de winkelruimte is de mogelijke uitgangscontrole, op een door de minister van Binnenlandse Zaken bepaalde wijze, aangeduid
2° de controle kan alleen gebeuren bij de uitgang en nadat, voorafgaand aan de uitvoering ervan, de klant vermoed wordt de plaats van betaling te zijn voorbijgegaan zonder bepaalde goederen die hij bij zich heeft te hebben betaald
3° de controle bestaat uitsluitend uit het nazicht van de door de betrokkene vrijwillig voorgelegde goederen die hij bij zich of in zijn handbagage draagt en, in voorkomend geval, een vergelijking met het betalingsbewijs.
---
Memorie van toelichting, betreffende bovengenoemde wet (ontwerp), p. 64, Kamer DOC 54-2388/001
via website Vigilis, FOD Binnenlandse Zaken
Er dient ter volledigheid te worden aangestipt dat de loutere doorgang door een detectiedispositief, bijvoorbeeld een metaaldetector geen controle uitmaakt in de zin van deze bepaling. Slechts vanaf het moment dat de betrokken persoon wordt aangesproken en verzocht
wordt de goederen die hij bij zich draagt te verifiëren of te tonen juist omdat de detector een signaal oplevert, is er sprake van controle in de zin van dit artikel.
Ten slotte is het van belang erop te wijzen dat indien de betrokken persoon in weerwil van de bepalingen, zich niet aan een uitgangscontrole wil onderwerpen, hij daar niet toe kan gedwongen
worden. Hij mag evenmin verhinderd worden om de plaats te verlaten. Dit zou neerkomen op wederrechtelijke vrijheidsberoving. De enige uitzondering hierop vormt de situatie, waarbij de bewakingsagent heeft gezien dat de betrokkene een wanbedrijf of een misdaad pleegde, zoals bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis.
---
BeSafe #49, p.5, februari 2019, Algemene Directie Veiligheid & Preventie, FOD Binnenlandse Zaken
Uitgangscontrole
Er zijn twee types uitgangscontroles: bij de uitgang van een winkel en {n.v.t.} bij de uitgang van een bedrijf, instelling of werkplaats.
Winkelinspectie
-Winkeliers die uitgangscontroles willen laten uitvoeren moeten dat duidelijk aankondigen.
-Enkel winkelinspecteurs (en dus niet de kassabedienden) mogen dergelijke uitgangscontroles doen.
-Zij mogen alleen die personen controleren waarvan ze vermoeden dat ze de winkel willen verlaten zonder te betalen. Een geluidsalarm kan erop wijzen dat zo’n controle nodig is.
-Ze mogen evenwel niemand dwingen zich aan de controle te onderwerpen en mogen hem of haar ook niet verhinderen om de plaats te verlaten. Dat kan alleen wanneer de bewakingsagent zelf heeft gezien dat de betrokkene de kassa gepasseerd is zonder alle goederen ter betaling voor te leggen.
---
Strafwetboek artikel 434
vrijheidsberoving door particulier – de zogenaamde wederrechtelijke en willekeurige aanhouding van korte duur gepleegd door een privépersoon
Met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van zesentwintig [euro] tot tweehonderd [euro] worden gestraft zij die iemand aanhouden of doen aanhouden, gevangen houden, zonder een bevel van het gestelde gezag en buiten de gevallen waarbij de wet de aanhouding of de gevangenhouding van bijzondere personen toelaat of voorschrijft.
---
Arrest nr N-20160321-4, Hof van beroep te Gent
Met betrekking tot de tenlastelegging B (wederrechtelijke vrijheidsberoving) voegt het hof daar nog aan toe dat de willekeurige aanhouding een ogenblikkelijk misdrijf betreft dat voltrokken is vanaf het ogenblik dat de aanslag op de persoonlijke vrijheid gepleegd is. De uiterst korte duur van de aanhouding is van geen belang: zodra er wederrechtelijke vrijheidsberoving is, bestaat er aanhouding in de zin van de strafwet. Daarnaast stelt de wet niet alleen de aanhouding strafbaar, maar ook de gevangenhouding, die een voortdurend karakter vertoont.