#6 , 12 okt 2012 19:14
Tegen een verwijzing kan u in beroep gaan....
Tegen de aanhouding ook MAAR als Openbaar Ministerie niet akkoord is zal u toch enige tijd van de gastvrijheid van de staat mogen genieten.
Tot uw advocaat in beroep (zal dan voor KvI zijn) terug kan pleiten.
Deze hogere rechtbank kan dan beslissen u vrij te laten of niet.
Mogelijk hebt u voorwaarden geschonden ...... gezien wij dossier niet kennen. Maar dan zijn er (in principe) nieuwe feiten en kan u om die reden al terug gearresteerd en daarna aangehouden zijn.
Maar nu ik er wat meer over nadenk.... als u in de beginfase nooit bent aangehouden of vrijgelaten (al of niet met voorwaarden) door OR denk ik niet dat raadkamer over de mogelijkheid beschikt u aan te houden. hangt een beetje van uw voorgeschiedenis af.
Indien nieuwe feiten of nieuwe bewijzen is het terug de pdK en de OR die in gang zullen schieten.
artikels wetboek strafvordering
Art. 127. <W 2005-05-31/32, art. 2, 044 ; Inwerkingtreding : 26-06-2005> § 1. Wanneer de onderzoeksrechter oordeelt dat zijn onderzoek voltooid is, zendt hij het dossier over aan de procureur des Konings.
Indien de procureur des Konings geen andere onderzoekshandelingen vordert, vordert hij de regeling van de rechtspleging door de raadkamer.
§ 2. De raadkamer laat ten minste vijftien dagen vooraf in een daartoe bestemd register ter griffie melding maken van plaats, dag en uur van verschijning. De termijn wordt teruggebracht tot drie dagen indien een van de inverdenkinggestelden zich in voorlopige hechtenis bevindt. De griffier stelt de inverdenkinggestelde, de burgerlijke partij en hun advocaten in kennis per faxpost of bij een ter post aangetekende brief dat het dossier op de griffie in origineel of in kopie ter beschikking ligt, dat ze er inzage van kunnen hebben en er kopie van kunnen opvragen.
§ 3. Binnen de in § 2 bepaalde termijn kunnen de inverdenkinggestelde en de burgerlijke partij de onderzoeksrechter overeenkomstig artikel 61quinquies verzoeken om bijkomende onderzoekshandelingen te verrichten. In dat geval wordt de regeling van de rechtspleging geschorst. Als het verzoek definitief is behandeld, wordt de zaak opnieuw vastgesteld voor de raadkamer overeenkomstig de in § 2 bepaalde vormen en termijnen.
§ 4. De raadkamer doet uitspraak op verslag van de onderzoeksrechter na de procureur des Konings, de burgerlijke partij en de inverdenkinggestelde gehoord te hebben.
De partijen kunnen bijgestaan of vertegenwoordigd worden door een advocaat. De raadkamer kan evenwel de persoonlijke verschijning van de partijen bevelen. Tegen deze beschikking staat geen rechtsmiddel open. De beschikking wordt betekend aan de desbetreffende partij op vordering van de procureur des Konings en brengt dagvaarding mee om te verschijnen op de vastgestelde datum. Als deze partij niet verschijnt, wordt uitspraak gedaan en geldt de beschikking als op tegenspraak gewezen.
Wanneer de raadkamer de zaak in beraad houdt om haar beschikking uit te spreken, bepaalt zij de dag voor die uitspraak.
Art. 128. <W 1998-03-12/39, art. 24, 016; Inwerkingtreding : 1998-10-02> Indien de raadkamer van oordeel is dat het feit noch een misdaad, noch een wanbedrijf, noch een overtreding oplevert, of dat tegen de inverdenkinggestelde generlei bezwaar bestaat, verklaart zij dat er geen reden is tot vervolging.
(In dat geval en indien het onderzoek werd ingeleid door de burgerlijke partijstelling in handen van de onderzoeksrechter, wordt de burgerlijke partij veroordeeld tot het aan de inverdenkinggestelde betalen van de vergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek.) <W 2007-04-21/85, art. 8, 051; Inwerkingtreding : 01-01-2008 ; zie ook art. 13>
Art. 129. ((Indien zij van oordeel is) dat het feit slechts een overtreding of een van de in artikel 138 bedoelde wanbedrijven is, wordt de (inverdenkinggestelde) naar de politierechtbank verwezen.) <W 1994-07-11/33, art. 3, 008; Inwerkingtreding : 01-01-1995> <W 1998-03-12/39, art. 25 en 26, 016; Inwerkingtreding : 1998-10-02>
De bepalingen van dit artikel en van het vorige artikel kunnen geen afbreuk doen aan de rechten van de burgerlijke partij of van de openbare partij, zoals hierna wordt bepaald.
Art. 130.[1 Indien de raadkamer vaststelt dat het misdrijf behoort tot de bevoegdheid van de correctionele rechtbank, wordt de inverdenkinggestelde naar deze rechtbank verwezen.]1
----------
(1)<W 2009-12-21/14, art. 8, 054; Inwerkingtreding : 01-05-2010>
Art. 131. <W 1998-03-12/39, art. 28, 016; Inwerkingtreding : 1998-10-02> § 1. De raadkamer spreekt, als daartoe grond bestaat, de nietigheid uit van de handeling en van een deel of het geheel van de erop volgende rechtspleging, wanneer zij een onregelmatigheid, verzuim of nietigheid vaststelt die invloed heeft op :
1° een handeling van het onderzoek;
2° de bewijsverkrijging.
§ 2. Nietigverklaarde stukken worden uit het dossier verwijderd en neergelegd ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg, indien er geen hoger beroep is ingesteld binnen de bij artikel 135 bepaalde termijn. (De ter griffie neergelegde stukken mogen niet worden ingezien, en mogen niet in de strafprocedure worden aangewend.) <W 2001-07-04/40, art. 6, 028; Inwerkingtreding : 03-08-2001>
(NOTA : bij arrest nr. 86/2002 van 8 mei 2002, heeft het Arbitragehof, in artikel 131, § 2, de zin " De ter griffie neergelegde stukken mogen niet worden ingezien, en mogen niet in de strafprocedure worden aangewend. " vernietigd, zie B.S. 24-05-2002, p. 22509 - 22514)