klacht aangaande overtreding van mensenrechten, de wijziging

[gebruiker]

Na de golfoorlog wijzigde de regering Verhofstadt de wetgeving inzake het aanklagen van schendingen van mensenrechten door om het even wie waar dat ook gebeurde.

Zo werd er een voorwaarde bijgevoegd dat deze klacht maar ontvankelijk was als de eigen justitie van de aangeklagene de betrokkene niet zelf kon vervolgen.

Er werden een paar klachten ingediend tegen de toenmalige amerikaanse president en delen van zijn regering.

Belgische justitie liet hierna al deze klachten vallen.

Hier werd wel geen rekening gehouden met de voorwaarden om deze klachten te kunnen laten vallen!

Amerikaanse rechters zijn niet bevoegd voor strafrechterlijke overtredingen (schendingen mensenrechten inclusief) indien deze begaan zijn door een Amerikaans staatsburger buiten de grenzen van Amerika!

Maw de Belgische justitie schondt hierbij de bepalingen van deze wetgeving.

Zijn als gevolg hiervan al hun beslissingen niet nietig (want minstens verkeerd gemotiveerd)? En welke gevolgen zou dit hebben voor alle betrokkenen?

[Greggen]

Misschien een late reactie, maar mijn oog viel er nu pas op.

De laatste wetswijziging inzake de fameuse "genocidewet" is de Wet 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het Internationaal humanitair recht.

Belangrijk hierbij is Hoofdstuk III (Wijzigingen van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering) die een reeks beperkingen opleggen (België heeft dus volgens de wetswijziging niet langer universele bevoegdheden voor de vervolging van schendingen van het IHR).

Hoofdstuk VII (Overgangsbepaling en inwerkingtreding) is eveneens een belangrijk element van antwoord op uw vraag:
Art. 29.
§ 3.
De aanhangige rechtsgedingen waarvoor een opsporingsonderzoek loopt op datum van de inwerkingtreding van deze wet en die betrekking hebben op misdrijven zoals omschreven in boek II, titel Ibis, van het Strafwetboek, worden geseponeerd door de federale procureur binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van deze wet wanneer ze niet beantwoorden aan de criteria als bedoeld in de artikelen 6, 1°bis, 10, 1°bis en 12bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering.

De aanhangige rechtsgedingen waarvoor een gerechtelijk onderzoek loopt op datum van de inwerkingtreding van deze wet en die betrekking hebben op misdrijven zoals omschreven in boek II, titel Ibis, van het Strafwetboek, worden binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van deze wet door de federale procureur overgezonden aan de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, met uitzondering van de zaken waarvoor een onderzoeksdaad was gesteld op datum van de inwerkingtreding van deze wet, op voorwaarde dat er ofwel tenminste één Belgische klager was op het ogenblik van het instellen van de strafvordering, ofwel tenminste één vermoedelijke dader in België zijn hoofdverblijfplaats heeft op datum van de inwerkingtreding van deze wet.

[...]