#11 , 08 aug 2012 16:27
Vlarem I Hoofdstuk II De melding
Artikel 2. § 1. Niemand mag, zonder daarvan vooraf melding te hebben gedaan, een inrichting die behoort of na de geplande verandering blijft behoren tot de derde klasse exploiteren of veranderen.
Artikel 4.
§ 1. Het bevoegde college van burgemeester en schepenen neemt akte van de meldingen, bedoeld in artikel 2 en 3, met uitzondering van deze bedoeld in artikel 2, § 5, 1° en 2°.
De burgemeester schrijft de ontvangen meldingen in in een register dat overeenkomstig artikel 32 ingezien kan worden.
§ 3. De exploitatie of verandering van een inrichting, zoals bedoeld in artikel 2, mag worden aangevat de dag na de datum dat de melding met alle vereiste gegevens conform artikel 2 werd gedaan op voorwaarde dat voldaan is aan het algemene inplantingsvoorschrift voor inrichtingen van derde klasse, vastgesteld in het artikel 4.1.1.1 van titel II van het VLAREM.
--> de gemeente (college van burgemeester en schepenen) dient al dan niet akte te nemen van de melding. Dit wordt op papier gezet. Het is een fysiek openbaar document.
Meldingsplichtig onder rubriek 15.5. STANDAARDGARAGES EN -CAROSSERIEBEDRIJVEN
Garages en/of carrosseriebedrijven die:
1° ten minste één of meer van de volgende onderdelen omvatten:
a) werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (al of niet met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) met gebruik van maximum 4 schouwputten of hefbruggen, wanneer volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied, respectievelijk maximum 10 schouwputten of hefbruggen, wanneer volledig gelegen in industriegebied
...
Vlarem II
Artikel 4.1.1.1. Behoudens afwijkende bepaling in de desbetreffende hoofdstukken is de exploitatie van een in de derde klasse ingedeelde inrichting slechts toegestaan in zoverre de inplantingsplaats verenigbaar is met de algemene en aanvullende stedebouwkundige voorschriften zoals vastgesteld in het goedgekeurde gewestplan of een ruimtelijk uitvoeringsplan of in een ander plan van aanleg.
Specifiek van toepassing voor dergelijk bedrijf: Vlarem II
Algemeen:
Artikel 5BIS.15.5.2.3. Onverminderd artikel 5BIS.15.5.2.1 treft de exploitant als normaal zorgvuldig persoon alle nodige maatregelen om:
- de buurt niet te hinderen door geur, rook, stof, geluid, trillingen, niet ioniserende stralingen, licht en dergelijke meer; ...
Beheersing van hinder door geluid
Artikel 5BIS.15.5.2.16. § 1. Het specifieke geluid in open lucht van nieuwe inrichtingen alsmede van veranderingen van bestaande inrichtingen mag op de in § 3 of 4 van artikel 1 van bijlage 4.5.1 bij titel II van het VLAREM bepaalde meetpunten de met 5dB(A) verminderde richtwaarde in bijlage 4.5.4 bij titel II van het VLAREM niet overschrijden. ...
Conclusie: als het stedenbouwkundig al vereenigbaar is kan hij idd de melding doen, doch dat wil niet zeggen dat hij zomaar opbeperkt lawaai mag maken.
--> klacht indienen bij de toezichthoudende ambtenaar (van de gemeente) omwille van geen melding en lawaaihinder.