Tom
Iets te simpel weg geredeneerd.
Op dat ogenblik is er een bewijs dat het gemeenschappelijk vermogen zich heeft verrijkt door inbreng van eigen vermogen. Veelal in de rechtspraak zal men - indien dit duidelijk is (cfr bewijs uittreksels) - een correctie toepassen en is het gemeenschappelijk vermogen een vergoeding schuldig aan het eigen vermogen van dezelfde som. Partners moeten dat niet per definitie overeengekomen zijn.
uit
http://plusmagazine.knack.be/recht-en-g ... 57043.html
Van eigen vermogen naar gemeenschap of andersom
In het geval dat één van de partners met geld uit zijn eigen vermogen geïnvesteerd heeft in het gemeenschappelijke vermogen (of andersom) en deze vermogens worden uit elkaar gehaald, dan moet er een wettelijke vergoedingsrekening worden opgemaakt. Dit komt neer op een grote rekensom, waarbij de ene vergoeding de andere kan compenseren en er uiteindelijk een saldo overblijft. Deze rekensom kan nooit tijdens het huwelijk worden gemaakt, maar enkel bij de ontbinding.
Vergoeding.
Bij het bepalen van de omvang van de vergoeding gelden twee grote principes:
1. De vergoeding mag nooit minder bedragen dan de verarming van het vergoedingsgerechtigde vermogen, ook al is datgene waarin werd geïnvesteerd intussen minder waard geworden dan het bedrag van de verarming.
2. Het bedrag van de vergoeding mag niet wordt aangepast aan de muntontwaarding. Ook al gebeurde de investering talloze jaren geleden, het bedrag van de vergoeding wordt niet geïndexeerd of er worden geen intresten op toegekend (intresten lopen pas vanaf de ontbinding van het huwelijk). Op dit principe bestaat wel één uitzondering. Als de in het vergoedingsplichtige vermogen gevallen bedragen hebben gediend voor "de verkrijging, de instandhouding of de verbetering van een onroerend goed", moet wél met de waardevermeerdering van dit goed rekening worden gehouden bij het bepalen van de vergoeding. Deze uitzondering moet echter beperkt worden geïnterpreteerd. Als de echtgenoten bijvoorbeeld met gezamenlijk geld een hypothecaire lening afbetalen die één van hen aanging voor het huwelijk, dan is dit geen verkrijging, instandhouding of verbetering en zal de uitzondering niet van toepassing zijn. Hetzelfde geldt als de investering gebeurde in roerende goederen (bijv. een kunstwerk, effecten,...).
Uit zelfbeheersing groeit de Kracht.
Zelfkennis brengt ons tot Wijsheid.
Zelfvervolmaking leidt ons tot Schoonheid.